Vakantiecrash

De vakantie was teneinde, tja, je moet een keer weer naar huis al hadden we graag nog wat langer gebleven. Huppekee op naar het vliegveld, inchecken en vliegen maar.
Nou ja, dat klinkt wel erg gemakkelijk want zo gaat dat niet als je rolstoeler bent. Samen met nog een rolstoeler, Piet, werden we naar een aparte ruimte geloodst alwaar we grondig werden gefouilleerd. Je weet namelijk nooit wat die rollende potentiële terroristen allemaal verbergen in hun karretje. In het Spaans werd opgedragen de armen te strekken waarbij ik aangaf dat dat een lastig klusje was want ik kan niet goed los rechtop zitten zonder steun van mijn armen. Ze hadden enige clementie dus dan maar arm voor arm.
Afijn, so far so good en we konden het vliegtuig in. Rollend tot aan de deur en daarna klunend tot aan mijn stoel. De rolstoelen werden “veilig” in het ruim opgeborgen.

De vlucht verliep zonder enig probleem, behalve dan dat ik op een gegeven moment niet meer wist hoe ik moest zitten, alles deed me zeer. Geen turbulentie gehad, het vliegtuig sneed door de lucht als was het zachte boter.
Ook het landen ging zijdezacht, wat hadden we een goede chauffeur.
Na het eindeloos wachten tot iedereen het vliegtuig had verlaten waren wij aan de beurt. Als laatste want onze karretjes moesten uit het ruim worden geplukt. En toen ging alles heel snel…….

Krom staand/hangend in de deuropening van het vliegtuig (ik wilde zo snel mogelijk weer zitten) wordt het voorzichtig gemeld:
“Meneer, het spijt ons maar er is een probleempje met uw rolstoel”
Ik kijk naar mijn normaal bijna aan mijn achterwerk vastgegroeide karretje en kreeg zowat een hartverzakking. Die stoel had helemaal in zijn eentje een eigen vliegtuigcrash ondergaan, mijn god wat een puinhoop. De rugleuning was afgebroken en de wielen zo krom als een hoepel.
Total loss ging meteen door mijn hoofd en mijn gedachten sloegen op hol. Alles wat ik doe in dat ding, en dat is veel, heel veel, kan nu dus niet meer. Ik kan me thuis niet meer verplaatsen, kan de deur niet meer uit, kan niet meer werken, noem maar op. Een ware paniekexplosie voltrok zich tussen mijn oren.
De ene vrouw met geel vest tegen de andere vrouw met geel vest:
“Dit gaat meneer vast niet accepteren”
WAT???! Niet accepteren? Di moet opgelost en ik spui meteen al mijn negatieve gedachten hun kant op. Niet dat ze daar iets mee kunnen maar je moet wat.
“Hoe kom ik nu thuis dames en wat dachten we van mijn werk en…..en…..en….en….”
“Ja meneer heel vervelend, we begrijpen het, portver wat een toestand. Het is vast turbulentie geweest. Maar we moeten maar gaan en een schadeformulier voor u regelen”
“Schadeformulier, schadeformulier? Ik wil een rolstoel, een hele, met deze kan ik niets meer. Ik wil naar huis en wel rollend. En die turbulentie, die zit in mijn hoofd nu maar onderweg hebben we dat niet gehad”
“Nou meneer, echt heel vervelend allemaal, maar we hebben iets geregeld om u naar de bagagehal te brengen meneer, daar kunnen we ook het schadeformulier maken.”
Ik werd in een soort pausmobiel zonder ramen gezet en we zijn gezamenlijk naar de bagagehal gebracht. Piet, de 2e rolstoeler, toevallig werkend bij Welzorg (mijn rolstoelleverancier), gaf aan dat dit allemaal met grof geweld moest zijn gebeurt. Dikwandig gehard aluminium breekt niet zomaar.

De mevrouw bij de balie voor het schadeformulier was zeer begaan want haar moeder had ook een rolstoel. Tja, dat schept meteen een band natuurlijk. En er werd meteen een leenrolstoel aangeboden, dat dan weer wel. Helaas eentje van ene kilo of 30 en dusdanig groot dat ik onze auto moest inruilen voor een redelijke vrachtwagen. Nou die heb ik toch maar vriendelijk geweigerd, wat ook meteen even op het schadeformulier werd vermeld.
“En nu dan, en nu dan??” prevelde ik nog steeds enigszins nerveus en over mijn theewater!
“Tja meneer, we hebben een schadeformulier gemaakt en verder kunnen we hier niet veel mee”
Het kwam er op neer dat we het brik naar huis mee moesten nemen en dan straks als we wakker worden maar zelf verdere actie moesten ondernemen om weer mobiel te worden.
Piet had intussen al brainstormend wat zaken op een rij gezet en gaf aan wat de snelste weg zou kunnen zijn voor een snelle (nood)reparatie en als dat niet zou lukken wilde hij ook nog een paar tijdelijke wielen beschikbaar stellen. Ze mochten hem ook bellen zodat de monteurs meteen wisten wat ze nodig hadden. Dat was de eerste grote opluchting en ben dan ook erg dankbaar voor zijn hulp.

Thuisgekomen eerst maar een paar uur geslapen en daarna meteen de telefoon gepakt:
Tring, tring, tringgggg en het keuzemenu “Kies 1 voor, kies 2 voor,… kies 23 voor…”
“Met Welzorg, waarmee kan ik u van dienst zijn”
Met nog steeds lichte paniek in mijn stem vertel ik het verhaal in een notendop: “Mijn stoel is gecrasht en heeft schade en ….en…”
“Haalt u even adem meneer, we gaan u helpen. Bent u geholpen met een tijdelijke stoel?”
“Uh ja dat zou mooi zijn” en gaf door waar ik woon om door verbonden te worden met het juiste filiaal.

Tring, tring, tringgggg
“Hallo?”
“Ja hallo, goedemorgen met mij, van die rolstoel”
“Ja?”
“U zou een vervangende kunnen regelen?”
“Ja hoor eens, ik sta alleen in de winkel en ik heb alleen hele zware en ik kan het niet brengen en de monteur is er pas maandag en…”
“Ho maar, ho maar, u kunt me blijkbaar niet helpen, ik bel het algemene nummer wel weer terug” hopende dat de man hiermee weer bedaarde want hij klonk nog paniekeriger dan ik.

Tring, tring, tringgggg en het keuzemenu “Kies 1 voor, kies 2 voor,… kies 23 voor…”
“Met Welzorg, waarmee kan ik u van dienst zijn”
Uiteraard weer iemand anders dus ik leg het allemaal weer uit en dat het regio filiaal niets voor me kan doen. Of er een spoedmonteur opgetuigd kan worden.
Nou dat kon gelukkig en ik werd terstond met de man doorverbonden.

Tring, tring, tringgggg”
“Met de storingsmonteur!”
“Beste man, mijn stoel is stuk daar en daar door en dat en dat is er nodig om weer te kunnen rollen”
“Tja, wielen heb ik niet” gaf de man aan en ik ontwikkelde weer een lichte paniek, want dat antwoord wilde ik niet horen.
“Maar ik ga wat bellen en proberen te regelen”
Na een kwartiertje belde de man terug met goed bericht: “Meneer ik heb wielen en ik kom nu uw kant op”
Ik kon de monteur wel zoenen maar heb dat uiteindelijk maar niet gedaan. In no time stond hij inderdaad voor mijn neus met wielen en de rugleuning had hij ook snel gerepareerd, weliswaar een nood reparatie maar het is functioneel. Dus in dit geval (kennen we het verhaal van mijn ROHO kussen nog?) luid applaus voor de Welzorg storingsdienst, dat mag ook wel eens gezegd, TOP!

Afijn, ik rol dus weer in de rondte en de definitieve reparatie wordt aangezwengeld. De na de landing ontstane turbulentie ebt weer wat weg: eind goed al goed!

Getagd . Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *