Komen we ’s avonds thuis en dan merk ik dat er een auto half op “mijn” parkeerplaats voor de deur staat. Ja “mijn”, want ik heb een zogenaamde gehandicapten parkeerplaats op kenteken voor de deur. Ik had ‘m liever niet gehad, maar dat is een gelopen race helaas.
De auto die een stuk op mijn plek stond, kon dat doen omdat de buurman wat ver naar voren stond en bijna een halve plek over hield. Maar goed, de foutparkeerder mocht natuurlijk niet van twee parkeerplaatsen gewoon even lekker er drie van maken. De ruimte welke voor mijn plekje nog over bleef, was te weinig om in te parkeren. En als het al had gelukt met wellicht 400x steken, dan was er geen ruimte meer achter de auto om de rolstoel achter uit de auto te kunnen halen.
De foutparkeerder was met wat rondvragen snel opgespoord en Christa heeft er aangebeld met de vraag of hij zijn auto even elders zou willen parkeren en uitgelegd waarom. Hij liep wat geïrriteerd mee naar de situatie en zei dat de auto vóór hem al fout stond en hij dus niet. Wederom uitgelegd aan hem dat het niet de bedoeling is dat er drie auto’s staan waar maar twee plekken zijn en daarmee ook een gehandicaptenparkeerplaats voor een deel inneemt. Maar hij verwees steeds grimmiger naar de auto vóór die van hem en volgens hem verkeerd stond en dat die auto eerst maar eens op moest krassen!
Nou dat idee ging natuurlijk nergens over, maar hij was niet van plan om zijn auto weg te halen en liep grommend richting zijn huis. Nou toen was ik er ook wel even klaar mee en merkte op dat er dan naar een andere oplossing gegrepen moest worden en dat is de politie er dan maar erbij halen, dan leggen zij er maar een ei over, maar de uitkomst daarvan zou wel helder zijn.
Nou dat bleek geen olie maar benzine op het vuur want de beste man ging hélemaal uit z’n plaat:
“OH, METEEN MAAR DIE KANKERPOLITIE ERBIJ TREKKEN HÈ, MET JE KANKERKOP!!!” en draaide zich om en liep naar mijn auto.
“Nou nou rustig maar, we stellen gewoon een normale vraag, je kan toch gewoon je auto weghalen, je staat immers verkeerd!?” poogde ik nog maar de toon was geheel gezet.
“IK STA NIET VERKEERD, DIE ANDER KANKERAUTO STAAT NIET GOED, MET JE KANKERKOP!! en zo ging het nog een tijdje door waarbij verwensingen voor diverse ernstige ziektes zoals kanker, tyfus en meer niet werden geschuwd. Dat Christa ook nog een poging deed om de man tot reden te brengen en uit te leggen dat zijn manier van parkeren en gedrag niet echt in de smaak vielen, resulteerde niet in een positief resultaat. De scheldmeneer reageerde ook daarop met kreten als “KANKERWIJF HOU TOCH JE BEK!!”, dus dat schoot niet erg op.
We hebben onze mond verder maar gehouden en uiteindelijk verliet de man al stampvoetend en scheldend het strijdtoneel.
Werkelijk onbegrijpelijk hoe iemand zó uit z’n dak kan gaan om zoiets simpels en er móet iets anders in het spel zijn geweest. Drank? Drugs? Ruzie thuis? Zeg het maar, maar om de boel niet verder te laten escaleren heb ik het op dat moment zo gelaten zoals het was, iemand moest de wijste zijn. Ik hoor sommigen al denken van “je had het echt niet moeten pikken” en zo, maar het had nog veel verder kunnen escaleren en daar had ik op zeker geen trek in.
Natuurlijk zal deze scheldmeneer vinden dat hij met z’n gedrag de slag heeft “gewonnen”, want uiteindelijk geen politie en zijn auto heeft er tot de volgende ochtend gestaan, maar ik heb daar toch wel een iets ander idee over.
Onze naaste buurman heeft uiteindelijk zijn auto iets naar achteren gereden om onze auto toch te kunnen parkeren. Evengoed wat gehannes om de rolstoel uit de auto te krijgen maar het lukte.
Eind goed al goed, maar zeer verbazingwekkend blijft het wel…..